Veel gestelde vragen rondom groengas productie

Mest die binnen een paar uur de vergister in gaat levert inderdaad de meeste energie op. Maar in Wijnjewoude is dagverse mest niet beschikbaar. Daarom gaat WEN in de berekeningen uit van iets oudere mest. WEN verwacht dat de overheid die business case goedkeurt en een jaarlijkse SDE++ subsidie verstrekt. Dan is de productie rendabel. Een SDE++ subsidie aan groengas productie in Wijnjewoude is niet uniek De overheid betaalt degelijke jaarlijkse SDE++ subsidies aan alle energieprojecten zoals zonneweides, windmolens, groengas, CO2 opvang.

Voor de plannen voor de vergister werden uitgewerkt heeft WEN al contact gehad met de boeren en de belangstelling bleek groot. Van de 20 benaderde boeren zegden in 2020 al 18 hun medewerking toe. Er zijn rond 25 boeren nodig, maar in afwachting van de uitvoering van de plannen is de werving stil gelegd. Er zijn in principe in en rondom Wijnjewoude ruim voldoende koeien om 1 miljoen m3 groengas te produceren. Zelfs als op termijn het aantal koeien zou verminderen.

De vergisting gaat niet ten koste van de weidegang. De boeren zijn vrij om wel of niet te kiezen voor weidegang, ook als zij mee doen met de vergisting. De meeste boeren houden hun koeien ’s zomers in de wei, omdat zij met weidegang een hogere melkprijs krijgen. Dat wordt met vergisten niet anders. Ook bij weidegang kan de boer nog wel een deel van de mest aan de vergister leveren, omdat de koeien tijdens het melken en ’s nachts meestal binnen zijn en de mest in die periode dus in de kelder onder de stal valt.

De mogelijkheid van waterstof is onderzocht, maar geconcludeerd dat dit geen reële optie is. Waterstof is geen energiebron is, maar een energie drager. Waterstof moet dus worden gemaakt en dat kost veel energie. Om waterstof te maken is erg veel stroom nodig en die groene stroom is nu niet beschikbaar. Als op langere termijn op de Noordzee voldoende groene stroom beschikbaar komt voor waterstof zal die vooral worden ingezet voor industriële processen die een hoge temperatuur nodig hebben. Verwarming van huizen met waterstof zit niet binnen afzienbare termijn in de plannen.

Het rapport “Groengas en haar bijdrage aan de Friese Energietransitie” is opgesteld in opdracht van de Provincie Friesland door Ruud Paap en Dirk Kuiken van New Energy Coalition. WEN heeft desgevraagd de gegevens van het bedrijfsmodel Wijnjewoude aan de onderzoekers beschikbaar gesteld, maar niet meegewerkt aan het onderzoek en aan de conclusies in het rapport. Ekwadraat is een zelfstandig adviesbureau waar WEN geen enkele relatie mee heeft.

In de Warmte Transitie Visie van de Gemeente Opsterland is een kaart opgenomen waarop is aangegeven dat voor vrijwel de hele gemeente Opsterland “Individueel (warmtepomp of hybride warmtepomp met hernieuwbaar gas) “ de beste optie is om van het aardgas af te komen. De Gemeente kiest dus voor hernieuwbaar gas zoals groengas en waterstof. In het nieuwe coalitie akkoord kiest de gemeente wel voor groengas. Er staat: “Wij zijn voorstander van groen gas, mits dit wordt geproduceerd via mono mestvergisting”

WEN heeft de werkgroep Leefbaarheid niet opgericht. Zoals uit het onderstaan blijkt is het een initiatief van in eerste instantie de Algemeen Ledenvergadering van de buurtvereniging Klein Groningen en later van wethouder Anco Postma.

De werkgroep Leefbaarheid 1 is opgericht op verzoek van de Algemene Ledenvergadering van de buurtvereniging Klein Groningen. DE ALV van Klein Groningen kwam tot dat besluit na kennismaking met Arjen Bosch van KNHM. KNHM is een vrijwilligers organisatie die bewoners ondersteunt met kennis en informatie en kan beschikken over specialisten van ingenieursbureau Arcadis. De ALV van Klein Groningen vroeg Arjen Bosch de werkgroep voor te zitten.

Na heftige protesten van De Westkant tegen mestvergisting initieerde wethouder Postma meerdere overleggen met de Westkant en andere betrokkenen. In afwachting van de resultaten van die overleggen stagneerde Leefbaarheid 1. In het overleg met Wethouder Postma verklaarde de Westkant zich in eerste instantie bereid om deel te nemen aan de werkgroep Leefbaarheid 2. De Westkant trok die toezegging later in. Uiteindelijk besloot wethouder Postma wel het initiatief te nemen voor Leefbaarheid 2 en alle buurtverenigingen uit het landelijk gebied rond Wijnjewoude uit te nodigen om deel te nemen. De buurten bleken niet bereid vertegenwoordigers af te vaardigen naar de werkgroep. Uit eindelijk ging de werkgroep Leefbaarheid 2 op verzoek van de wethouder Postma wel van start onder leiding van Albert Bosch en met 5 individuele geïnteresseerde inwoners uit verschillende buurten.

De werkgroep onderzoekt objectief of groengas productie zonder overlast voor de omwonenden mogelijk is. De gesprekken in de werkgroep zijn serieus en feitelijk. De opvattingen van de werkgroep worden door WEN betrokken bij de uitwerking van de plannen.

In de aanvraag voor een bijdrage uit het fonds Proeftuin Aardgasvrije Wijken is een participatieplan opgenomen. Daar in staat hoe WEN de inwoners betrekt bij het plan om 0,8 miljoen m3 gas te besparen en bij het plan om 1 miljoen m3 groengas te produceren. Beide plannen zijn in uitvoering. De werkgroep Leefbaarheid is daar een onderdeel van. Het College van B&W controleert de uitvoering.

De werkgroep Leefbaarheid heeft geen alternatieven onderzocht, omdat KNHM de bewoners juist wil ondersteunen bij hun zorgen over mogelijke overlast. Overigens is wel naar de achtergronden van de keuzes van WEN gekeken, maar er was geen evidente reden om de beschikbare informatie in twijfel te trekken of dat er een logisch alternatief voor handen zou zijn. Ook was er brede steun voor de doelstellingen om te komen tot een energie neutraal Wijnjewoude. Een aantal deelnemers blijft van mening dat alternatieve energieopwek wel onderzocht had moeten worden.

Elektrolysers zetten stroom om in waterstof. Met waterstof zouden dan huizen kunnen worden verwarmd. WEN heeft wel naar die optie gekeken en geconcludeerd dat er in Wijnjewoude bij lange na niet voldoende groene stroom kan worden opgewekt om zoveel waterstof te produceren dat 1 miljoen m3 aardgas kan worden vervangen. Het benutten van de al aanwezige rundvee mest is een doelmatiger proces.

De mest wordt opgehaald uit Wijnjewoude en omgeving. Hoe dichterbij de centrale vergister hoe voordeliger. De postcode heeft daar geen invloed op. In de postcode 9241 wonen te weinig boeren om 1 miljoen m3 groengas te kunnen produceren.

In het begin, ongeveer 2 jaar geleden, zijn 20 boeren gevraagd om mee te doen. Daarvan hebben 18 schriftelijk bevestigd dat ze mee willen doen. Met de werving van de overige 6-8 boeren wordt begonnen zodra bekend is wanneer de mestlevering kan starten.

Zowel de provincie als de gemeente Opsterland hebben in hun beleid opgenomen dat mestvergisting met aangevoerde mest moet plaats vinden op een bedrijven terrein. De gemeente heeft dat ook zo in een brief aan WEN bevestigd. Als vergunbaarheid wel mogelijk zou worden, wordt decentrale mestvergisting overigens niet meteen de meest haalbare oplossing. In Koudum heeft de gemeente wel een vergunning verleend voor een boerenerf, waar minder dan de helft van de mest van elders wordt aangevoerd.

KNHM adviseert om met WEN privaatrechtelijke afspraken te maken, bijvoorbeeld met direct opeisbare boete clausules. KNHM is bereid daar juridische expertise voor beschikbaar te stellen. Dergelijke overeenkomsten geven veel meer houvast dan het beroep doen op de Verkeerswegenwet- en regelgeving. WEN is bereid om privaatrechtelijke afspraken te maken.

Zeker, maar er zijn nog veel meer verkeersaspecten, denk ook aan verkeersveiligheid. De gemeente is bereid om daarover in gesprek te gaan en als de gemeente voorstellen doet, is KNHM bereid om verkeerskundige expertise ter beschikking te stellen om de bewoners te ondersteunen.

De vergister werkt op hoge temperaturen, waardoor ziektekiemen weinig kans krijgen. In die zin is een monomestvergister veiliger dan de gangbare manier van bemesting.

De weidegang wordt door het toepassen van een monomestvergister niet belemmerd. De boer is
in alle omstandigheden vrij om wel of geen weidegang toe te passen. Hij zal vaak kiezen voor
weidegang, omdat de melkprijs dan hoger is.

Het uitgangspunt voor WEN de werkgroep is en blijft geen overlast. De werkgroep wil juist
onderzoeken of centrale mestvergisting zonder overlast mogelijk is.