Openbaar onderwijs Wijnjewoude

In het verleden waren er drie basisscholen in Wijnjewoude. Namelijk één in Duurswoude en twee in Wijnjeterp. In Wijnjeterp was de openbare school te vinden waar nu garagebedrijf Jansma is gevestigd. De christelijke school stond tegenover de huidige gereformeerde kerk, waar tegenwoordig familie van der Werff woont. In Duurswoude zat de openbare school eerst aan het Kerkepad en later aan de andere kant van de kavel waar nu een groepsverblijf is gehuisvest, Haudmare nummer 100.

Tot de zomer van 2021 waren er nog twee basisscholen, OBS It Twaspan en CBS Votum Nostrum, beide naast elkaar g elegen in het centrum van het dorp achter MFC de Swingel. En sinds de zomer is er een samenwerkingsschool Skoalle de Sinnewizer.

Vroeger was het lager onderwijs een aangelegenheid van kerk en particuliere personen. Pas tijdens de Franse tijd (1789-1813) krijgt Nederland een centraal georganiseerde overheid en werd ook onderwijs een zaak van nationaal belang (www.nationaalarchief.nl). In 1806 kwam de derde schoolwet die gemengde scholen aanvaardde; scholen voor leerlingen met verschillende geloofsovertuigingen. Alle kosten waren niet alleen van de staat of gemeente. In de praktijk betaalde de kerk dikwijls mee aan de onkosten van het schoolgebeuren. Pas in 1857 is hier verandering in gekomen (Zwaga et al. :10). In Wijnjewoude hebben dorpsschooltjes gestaan die mede door de kerk werden gefinancierd (Zwaga et al. :10).

School van Duurswoude, foto Durk van der Veen

Duurswoude: Uit de allervroegste jaren is weinig over het onderwijs in Wijnjewoude bekend. In 1804 werd er in Duurswoude een nieuwe school gebouwd omdat de oude was afgebrand. Tot 1822 was het een winterschool. Er werd ongeveer van november tot april school gehouden door een dorpeling die daar tijd en ambitie voor had, voor een beloning van 15 á 16 gulden per winter (Zwaga et al. :13). Het personeel wisselde nogal. Na de wet op het lager onderwijs van 1857 moest de gemeente meer betalen. In die tijd bestond de openbare school in Duurswoude uit één lokaal, waarin lange banken stonden. In 1872 werd in de gemeenteraad besloten dat het gebouw wel erg oud was en het moeilijk zou zijn er een knap gebouw van te maken. Het gemeentebestuur toonde echter zijn goede wil en besloot dat er drie fraaie lindebomen zouden worden geplant. Er werd gezegd: “zij zullen de toestand zeer verbeteren, als zij aanslaan”. Lang hoefden deze bomen het schoolgebouw niet te camoufleren want nog hetzelfde jaar besloot de gemeenteraad een nieuwe school te bouwen aan de straatweg. De oude school stond aan het kerkepad, op dezelfde kavel waarop de nieuwe nu nog staat, maar aan de andere uitgang. (Zwaga et al. :14) De nieuwe school bestond ook uit één lokaal met lange banken die naar achteren toe steeds hoger werden. Werd een leerling overgeplaatst dan ging hij een bank naar achteren. In de vloer waren roosters geplaatst, waarop de klompen moesten worden afgeveegd. In de winter hield men die namelijk aan in school. In 1887 werd er een schutting in de school geplaatst zodat er twee lokalen ontstonden. De roosters werden er toen uitgehaald. Dit leverde een leerlinge een flinke portie straf op. Zij wilde bij het verwijderen van de roosters aanwezig zijn want er lagen veel knikkers onder. Maar de jongedame moest een daar koeien hoeden die op de berm van de weg graasden. Zij liet dit aan haar jongere broertje over maar die was ze niet de baas. De jongen ging er vandoor en de koeien kwamen in een boekweitveld terecht. Het laat zich gemakkelijk indenken dat er wat zwaaide voor de knikkerzoekster (Zwaga et al. :14).

Een taak van de meester in deze school was het stoken van de kachel. De turf werd op de zolder bewaard en om de beurt mochten de leerlingen de turf door de turfkokers naar beneden gooien. Het aantal leerlingen van de openbare school in Duurswoude wisselde door de jaren heen. Na het stichten van de bijzondere school in Wijnjeterp in 1909 (Chr. onderwijs) daalde het aantal. In 1959 werd de school voorlopig gesloten in verband met het ontbreken van onderwijzend personeel. De overgebleven leerlingen gingen naar de openbare school in Wijnjeterp (augustus 1959). 1 januari 1961 werd de Openbare lagere School in Duurswoude opgeheven.

Wijnjeterp: In Wijnjeterp stond er al sinds 1884 een openbare school op de plek waar nu autobedrijf Jansma is gevestigd. Daarvoor stond de school er tegenover. Dit oude schooltje moet zo slecht zijn geweest dat alle kinderen eruit moesten als het erg stormde. Men was bang dat het in zou waaien (Zwaga et al. :34). De nieuwe school die geopend werd in 1884 telde in het begin twee lokalen en destijds fungeerde als hoofd de heer G. Kappenburg. Door de jaren heen werden er twee lokalen bijgebouwd. In 50 jaren heeft de school slechts drie hoofden gehad. In 1905 werd Kappenburg opgevolgd door J. Zandstra. Beide meesters hebben veel werk in het belang van het dorp verricht. De heer L. van der Broek nam in 1925 het stokje over (Zwaga et al. :43). Tijdens de Tweede Wereldoorlog was meester Geerts hier hoofd. Meester Geerts was een felle verzetsstrijder. Van hem vertelde een oud-leerling, dat meester tijdens de zangles de ramen wel eens wijd openzette. Er werden dan zeer vaderlandslievende liederen gezonden zoals: ‘wij willen Holland houden’ (Zwaga et al. :44).
Ze hadden er strenge meesters vonden de leerlingen uit Duurswoude die er op woensdagmiddag heen gingen voor gymnastiek. Niet óp, over of tegen het hek hangen dat de afscheiding was tussen het schoolplein en het schoolmeestershuis! Zo’n man stond altijd om een hoekje op de loer. Op een zeker moment slaakte iemand van onze groep voor de gymles een duidelijke godlasterende kreet. Dit was de meester niet ontgaan en bij aanvang van de les werd gymleraar Auke Jongsma aangesproken de dader op te sporen. Niemand natuurlijk. De wat onverschillig ogende Jongsma begon de les niet eerder dan dat een liefhebber zich meldde om voor de meester te verschijnen. Na een kwartiertje stilzitten op de klompenbank stond de dader op. Het viel achteraf best mee en een beetje fatsoensles is nooit weg (D. van der Veen, De Weinterper Skoalle is niet meer, De Bân).
Een van de leslokalen heeft na de oprichting van gymnastiekvereniging LONGA heel veel jaren dienst gedaan als oefenlokaal. Toen het lagere school lesgeven er niet meer plaatsvond werd van twee leslokalen de tussenmuur verwijderd en de sportruimte vergroot. Daardoor ontstond er voor voetbalclub O.D.V. ook een mogelijkheid om te trainen en menig partijtje kegelvoetbal is daar fanatiek bedreven.

Samenvoeging van Duurswoude en Wijnjeterp:

De jaren ‘60 en ‘61 zijn roerig door de discussie: waar moet de nieuwe school gebouwd worden? De Wijnterpers bepleiten de nieuwbouw achter en bij de Tolleane aan de westkant van de grote weg. Tweederde van de schoolkinderen komt daar vandaan. Bij de gemeente wordt zelfs extra woningbouw langs de Tolleane bepleit. De gemeente gaat hier niet op in. Duurswoude houdt vol, dat de nieuwe school ergens achter de Gereformeerde kerk moet worden gebouwd. De kranten staan in die tijd vol met ingezonden stukken van beide zijden. Het leidt tot verwijdering van familiebetrekkingen tussen ‘Oost en West’ in die tijd, wat betreft verjaardagen en vergaderingen. Op 9 april 1961 wordt er in ‘Het Gebouw ’op de Driehoek via Volksonderwijs een vergadering belegd, waar B&W van Opsterland en de inwoners de ‘schoolplaats’ gaan bespreken. De gemeente ontvouwt daar het nieuwe bouwplan voor Wijnjeterp-Duurswoude. Nu blijkt dat de ‘nieuwbouw’ definitief zal plaatsvinden achter het dorp, aan de verder door te trekken straat, die nu Meester Geertswei is. De vergadering wordt met tegenstrijdige gevoelens beëindigd. In 1962 zijn de scholen van Duurswoude en Wijnjeterp samengevoegd en besloten werd tot nieuwbouw voor de school genaamd Gielgoerde aan de Meester Geertswei (Zwaga et al. :64-65).

Onderwijzers

Meester Teake van Eijk – Openbare school in Duurswoude
Rond de jaren 1950-1958 kwam deze meester langs Duurswoude als startend hoofd der school met ongeveer 30 leerlingen. Het onderwijs op de school was na het overlijden van Meester Dragstra in 1948 sterk verminderd door steeds wisselende vervangers die niet allemaal even bekwaam waren in lesgeven, en vooral orde bewaren. Met het weer bewoonbaar worden van het schoolhuis, na een drietal jaren leegstand, door het gezin van Eijk brak er een bloeiperiode aan voor zowel de school als het hele dorpsgebeuren. Een veelzijdig man die zich verdienstelijk maakte op velerlei gebied en zelf actie ondernam om iets nieuws op te zetten. Hij richtte onder meer een accordeonclub op, hij zorgde voor een groei van leden bij voetbalvereniging O.D.V.. Meester van Eijk besteedde veel vrije tijd aan voetbalclub O.D.V. en zorgde ervoor dat de kas van de club gevuld werd door onder andere een bazaar te organiseren. Heel vaak ging meester van Eijk na het speelkwartier om 11.00 uur ’s morgens naar het ‘Iekenhiem’ om met de jongens een partijtje voetbal te spelen. Dit terwijl de meisjes handwerkles hadden van de juffrouw. Een beetje kritiek was daar wel eens op door een enkele ouder, maar dat waren dan niet voetballiefhebbers. Als één van de oprichters van VVV Duurswoude zette hij er samen met anderen ook de schouders onder om dorpsgenoten te laten profiteren van het opkomende toerisme.
De kleine school kampte in die tijd met een tekort aan lesmogelijkheden volgens van Eijk. Hij organiseerde een bazaar in café Dijkstra en met de opbrengst werd een filmprojector aangeschaft. Niet alleen de films over diverse ambachten en industrieën, maar ook hoe het zonnestelsel in elkaar steekt konden dankzij die aanschaf onderwezen worden. De boekenvoorraad van de schoolbibliotheek werd op peil gehouden door de verkoop van opgezochte eikels in de herfst. Staatsbosbeheer was de vaste afnemer om er boompjes van te kweken voor nieuwe aanplant. Op de vrije woensdagen en zaterdagmiddagen werd massaal gezocht door bijna alle leerlingen. Tot in de bossen van Beetsterzwaag en bij grote vraag en aanbod wel eens een enkele keer onder schooltijd. Een week met de vier hoogste klassen op vakantie was in die tijd voor weinig scholen weggelegd. Van Eijk met Duurswoude regelde het. Met allemaal zelfgemaakte vlaggetjes aan de fiets en door Zwaantje Monderman speciaal gemaakte liedjes togen de leerlingen al zingend op pad. De eerste keer naar Ommen was een hele onderneming aangezien de meesten amper buiten de gemeentegrens waren geweest. Het vertrek van het schoolmeestergezin van Eijk naar Zwaagwesteinde betekende het begin van het einde voor de te kleine school in Duurswoude. Na een klein jaar klopte het hart van ons dorpje na heel veel decennia ’s niet meer.
Gelukkig heeft het gebouw een andere bestemming gevonden en blijven de herinneringen tastbaar (D. van der
Veen, Een mens van voorbij. 2006 De Bân).

Meesters en juffen aan de openbare school in Wijnjeterp

Voor de oorlog van 1940-45 was er ene meester van der Broek het hoofd der school zoals het beroep toen genoemd werd. De Meester Geertswei is drager van de naam van het schoolhoofd die er in de oorlogsjaren is geweest. Als eerbewijs voor zijn aandeel in de strijd tegen de Duitse bezetting. Een belangrijk onderdeel daarvan was om gezinnen die onderduikers onderdak verleenden van bonnen te voorzien. Deze waren nodig om voldoende goederen voor levensonderhoud te verkrijgen. De bonnen werden gestolen en/of vervalst. Link werk in die tijd en niet ongevaarlijk door verraad. Er zijn nog dorpsgenoten die mooie herinneringen bewaren aan de bijzondere zangtalenten van deze man.

Er was verder ooit als hoofd een meester de Graaf en een meester de Groot. Voor meester van der Vliet was de school een opstapje om via Surhuizum hoofd van de school in Burgum te worden, voor meester van Eijk ging die wens in vervulling naar Duurswoude en meester Jongstra zette de stap tot promotie naar Terwispel. Het boegbeeld van de school was echter juffrouw Schuurman. Deze bescheiden sympathieke persoonlijkheid heeft de school heel lang gediend en het zou niet misstaan dat er nog eens een straat in Wijnjewoude naar haar vernoemd zou worden.
(D. van der Veen, De Weinterper Skoalle is niet meer, de Bân).

Meester Geerts – Openbare school in Wijnjeterp
Meester Geerts was hoofd van de school in oorlogstijd, namelijk van 1936 tot 1948. In een interview met zijn vrouw M. Geerts-Neef is onderstaande naar boven gehaald over de rol die hij speelde in het verzet. De Meester Geertswei is naar hem genoemd.
Mevrouw Geerts: Wy hawwe yn goede tiid hân yn Weinterp. Der wennen fijne minsken om ús hinne. Spitich dat de measten no al fuort binne. Yn it begiin fan ‘e oorloch hat de Spoorstaking en de Skoallestaking him ôfspile as earste erset tsjin de Dûtske oerhearsing. Wy hawwe ek evacué’s yn’e hûs hân. Dat wiene lykwols sparminsken, dy’t ûnderdûke moasten. Myn man moast toen ek in skoft ûnderdûke. Hy hat in’e buurt fan Dalfsen yn Overisel by in boer west. Letter hat er syn skoallewurk wer opnommen.
It wie wol in toer om de skoalle draaiende te hâlden. Der wie soms gjin branje en dan wie de skoalle ticht. De stroom nei de húzen waard ôfsletten, mar de skoalle hie wol ljocht. Wy leinen dan in stroomtried nei ús hûs ta oar de snie. Da wie lykwols gefaarlik. Buorman Vissia sette yn die tiid ‘in triedsje’ yn’e stroompeal by de skoalle. Dan hied de buurt wer ljocht yn’e hûs. Wy hiene dan in kears klear stean as der ûnrie wie. Alles moast fertsjustere wurde. De N.S.B. controlearre by de húzen. Om ’t myn man him mei it ferset bemoeide, wie der in bulte spanning yn’e hûs. De bern regjen ús: ‘As de Dútsers ús wat freegje wat moatte wy dan sizze?’. ‘Dan begjinne jimme mar te gûlen’, seine wy dan. As der by jûn in autodoar tichtklappe, as wy stimmen bûten hearden, dan ha wy faak tocht, no helje se ús op!’. Mar it is altijd goed gien! Wy krigen wolris in krante yn’e bus. ‘Volk en Vaderland’ of in sticker op’e doar fan ‘Duitsland wint op alle fronten’. It wie foar ús in teken, dat se wat fan ús wisten. Soms gebeurde it, dat myn man moarns te let op skoalle kaam fan in aktie om minsken fuort te bringen, ûnderdûkers en Joaden. Der is by us yn’e keuken ek wol ris in baarch slachte. Ik moast it fleis direkt bakke op in lyts komfoarke. It wie my wat!
Myn man wie wol ris wat roekeloos neffens my. Hy liet de bern ‘Vaderlânske lieten’, sjonge mei de ramen wiid iepen. De besetters koene it goed hearre. Op in fergadering soene de Dútsers harren de fytsen ôfnimme, dy’t foar it hûs stiene by Noorman. Myn man hâlde de fytsen beet en doe koe se de fytsen dochs hâlde. Op in kuier hat in N.S.B.’er ús ris foar it gewear op rinne liten, om’t myn man wat tsjin him sei, wat him net moaske. ‘Wer wolst mei ús hinne’, frege yn man? ‘Ik bring jimme nei Vught ta’, sei er. Mar by de Trijehoek hat er ús wer gean litten! Nei de oorloch foel de spanning fan ús ôf. Hy koe it doen yn Weinterp net goed fine yn bepaalde dingen. It bliek, dat der wat mei syn hert net ynoarder wie, by in keuring. Wy binnen dernei fuortgean nei de Tynje
(Zwaga et al. :45-46).


Literatuurlijst