Het zal rond 1700 zijn dat Andries Rebbes kwam te wonen in de Molenbuurt om te werken als timmerman. Wat hij toen nog niet kon weten, was dat 3 generaties later zijn nakomelingen één van de grootste grondbezitters van Opsterland zouden worden.
Rond 1700 was er nog geen Wijnjewoude. Er waren wel 2 lintdorpen, Wijnjeterp en Duurswoude. Wijnjeterp was het grootst van die twee met een bescheiden dorpskern die zich concentreerde in de buurt van de Mounleane. Daar ging Andries Rebbes aan de slag als timmerman, vlak bij de korenmolen die toen nog volop draaide. Over hem is weinig bewaard gebleven. Trouwen deed hij met Wimke Geerts, een weduwe met vier kinderen, maar ook een eigen boerderij, en zo werd hij gedeeltelijk eigenaar van sate 7. Nu Merkebuorren 8 waar Marco Tadema woont.
Samen kregen Andries Rebbes en Wimke Geerts vijf kinderen: Tiebbe, Heere, Bonne, Rebbe en Fookie. Fookie overlijdt op jonge leeftijd en Tiebbe verhuist naar Beetsterzwaag. Zo blijven er 3 zonen over in de omgeving van Wijnjewoude.
De middelste zoon, Heere Andries, trouwt met weduwe Inckjen Boockes Swaga. Een boppeslach en knap werk voor een timmermanszoon. Wellicht gingen de zaken door de recente vervening goed bij Heere Andries maar dan was het nog steeds een flinke stap vooruit. De familie van Inckjen Boockes Swaga speelde bestuurlijk een grote rol en had flink wat bezittingen in Opsterland. Deze spurt vooruit zie je ook terug in het aantal bezittingen. Waar zijn vader gedeeltelijk eigenaar was van sate 7, werd de naam Heere Andries genoemd bij de boerderijen 6, 7, 8, 18, 19, 29 en 30/31. Boerderij 6,7 en 8 is in de buurt van Merkebuorren 11, de huidige boerderij van Drent. Sate 18 en 19 lagen vlakbij de voormalige openbare school aan de Weinterp en boerderijen 29, 30 en 31 zijn de boerderijen bij de kerk. Het land dat bij deze boerderijen hoorde, liep in een smalle strook van het Koningsdiep tot de grens met Schoterland. Het land bij het Koningsdiep had vaak de functie van hooiland. De huidige straatnamen zoals Nije Heawei, herinneren ons nog aan deze functie.
Overigens was toen een belangrijke verbinding van Wijnjewoude het Tsjerkepaad. Een pad dat een paar honderd meter zuidelijk van de huidige Weinterp liep. Dit pad is vrijwel geheel verdwenen, maar is wel duidelijk zichtbaar omdat veel boerderijen en woningen nog steeds een stuk landinwaarts staan. De huidige weg, de Weinterp, was een grotere zandweg en werd vooral gebruikt voor transport en begrafenissen. Niet voor niets was de officiële naam op de landkaarten ook de Lyckweg.
Twee neven, twee huishoudsters
Rond 1720 woonden in Wijnjeterp de broers Heere, Bonne en Rebbe Andries. Bonne had een zoon (Andries) en Heere Andries had 2 zonen (Andries en Cornelis). Rebbe had maar liefst drie zonen. Genoeg kansen op nageslacht maar de ’zes neven waren niet heel actief in het zoeken van een metgezel. Voor Andries Bonnes valt het niet mee om een geschikte partner te vinden. Zijn liefde vindt hij uiteindelijk dicht in de buurt: op 50-jarige leeftijd trouwt hij met zijn huishoudster Grietje Lolkes. Ze kregen onder andere een zoon Tjibbe, wiens naam in een van de kerkklokken van Wijnjeterp staat gegraveerd.
Ook de zonen van Heere Andries moesten opzoek naar een vrouw. Dat was ook geen succesverhaal. Cornelis, de jongste zoon, bleef ongetrouwd. Gelukkig had zijn broer Andries het trucje van zijn neef afgekeken en ook hij trouwde op 56-jarige leeftijd met de huishoudster, Antje Lolkes. Dat de namen van beide huishoudsters op elkaar lijken is geen toeval, het waren zussen van elkaar. De neven die de mannelijke geslachtslijn van Andringa vertegenwoordigen, trouwen dus uiteindelijk met 2 zussen die bij hen als huishoudster in dienst zijn. De zonen van Rebbe tenslotte bleven alle drie ongetrouwd.
Bloeiperiode
Met deze twee huwelijken was de Andringa dynastie gered en vanaf toen ging het snel crescendo met de familie. Het aantal bezittingen vermeerderde zich snel. Ze kregen de wind in de zeilen ook door slim te trouwen. We zien vaak de namen Zwaga en Sijtsema terugkomen. Maar er werd vooral veel getrouwd met neven en nichten. In deze tijden klinkt het wat obscuur en niet erg gezond maar de mogelijkheden waren beperkt in die tijd. Je moest iemand vinden van hetzelfde geloof en iemand die past bij je eigen stand. Bovendien bleef je blik vaak beperkt tot je eigen dorp. Een vrouw zoeken in een andere regio was een uitzondering.
Degene die de grootste klapper maakte was Heere Andringa. Alle boerderijen van Merkebuorren 8 tot en met Weinterp 47 waren op gegeven moment in zijn bezit. Overigens was het niet alleen een kwestie van slim trouwen. De meeste Andringa’s beschikten over een goede opleiding en door verkoop van de veengronden aan turfbazen wisten ze een goede duit te verdienen. Het bezit bleef niet beperkt tot Wijnjewoude, ook in Nij Beets, Oosterwolde, Makkinga hadden de Andringa’s verschillende landerijen in bezit.
4 kapitale boerderijen en het einde van de Andringa dynastie
Veel generaties later waren Tjibbe Andries en Durkje Bokkes Andringa eigenaar van de drie grote boerderijen rondom de kerk. Hun drie kinderen ‘kregen’ allemaal een van die kapitale boerderijen tot hun beschikking. Op de boerderij aan de Weinterp 47 kwamen Douwe Alkema en Sjoukje Andringa te wonen en nog later familie De Ruiter. Het is nu de boerderij waar familie Bouma hun boerderij runnen. Nummer 2 van de 4 monumentale boerderijen van de Andringa’s is de Weinterp 45. Deze kwam in het bezit van Andries Andringa en Aaltje Akkerman. Een imposante boerderij met als buren de kerk en op dit moment fam. Bouma. Deze boerderijen, Weinterp 45 en 47, zijn nog het best bewaard gebleven. Met hun mooie oprijlanen is de statuur van vroeger nog goed te zien.
Boerderij drie is het best verstopt en gelegen aan de Weinterp 43. Alleen het woonhuis is over en de rest is goed verborgen tussen de bomen. Nadat de stallen en schuur zijn afgebroken, werd er door Jelle Bakker en Antje Andringa een nieuwe boerderij aan de overkant van de weg gebouwd. Dat is nu Weinterp 44 waar bouwbedrijf Bouma is gevestigd.
Deze boerderij is qua vorm nog steeds herkenbaar. Helaas is de prachtige, Jugendstil-achtige villa die hier stond in 1979 afgebrand. Erg spijtig maar niet ongewoon voor die tijd.
Ook een andere kapitale boerderij van de Andringa’s is in 1959 afgebrand. ’Deze boerderij werd verhuurd, de gebroeders Van Vondel waren daar boer. Ruurd van der Woude kan het zich nog goed herinneren: “Toen ik van school kwam zag ik de boerderij branden en op een gegeven moment zag ik de enorme, betonnen nok naar beneden vallen. Dat heeft op mij veel indruk gemaakt.” De boerderij is tijdens de ruilverkaveling herbouwd op de Hege Heide. Daar is de boerderij in 1961 door blikseminslag deels opnieuw afgebrand. Gelukkig is door de brandmuur en brandzolder de woning met veestalling behouden gebleven”.
Einde van de Andringa’s
Uiteindelijk komt er zo ook een einde aan de Andringa dynastie. De Andringa’s werden door te trouwen Bakker of Alkema. Of ze bleven kinderloos. Sommige familienamen kom je nu nog steeds tegen in het dorp. Ook de naam Andringa kom je tegen in Fryslân, maar de tak die actief was in Wijnjewoude is er niet meer. De laatste twee Andringa’s waren Aaltje en Sjoukje, twee keurige ongetrouwde zusters in Heerenveen. Ze waren werkzaam in de verpleging en wanneer er een drieling werd geboren in Nederland dan breiden deze zussen sokjes en stuurden die als cadeautje en verrassing op. Met deze 2 zussen eindigde de Andringa’s dynastie. Een bijzondere familie die een flinke stempel heeft achtergelaten in Wijnjewoude.
Jan Lammert
Dit verhaal is tot stand gekomen op basis van een interview met Reitze Jonkman en informatie gepubliceerd op https://www.rjonkman.nl/ . Daarnaast heeft Ruurd van der Woude geholpen met controle en anekdotes.