Een grote, zwarte bolide zoeft over het asfalt en stopt aan de Merkebuorren. Een kwieke man die de negentig gepasseerd is, stapt uit de passagiersstoel. Wat een verschil met 81 jaar geleden: in de zomer van 1945 vertrok vanuit Loosduinen een oude legertruck met kinderen. Het zeil van de legertruck gaf nog enige beschutting, maar was zo lek als een mandje. Het kartonnen koffertje met zijn kleren, die hij van opoe had geleend, was doorweekt en niet meer als koffer te gebruiken. Zo arriveerde Evert van der Starre in de zomer van 1945 in Wijnjeterp.
Het verhaal van Evert van der Starre begon al eerder. Hij groeide op in Loosduinen, wat tegenwoordig is opgeslokt door Den Haag. Een fijne jeugd met familie vlak in de buurt. Het moment dat de oorlog begon, ligt nog vers in het geheugen: hij dacht eerst dat er een toilet werd doorgetrokken, maar het bleken de Stuka’s te zijn die het naastgelegen vliegveld Ockenburg bombardeerden. De slag om Den Haag was begonnen. En met een vader die bij de landmacht zat, waren het spannende tijden. De aanval bij Den Haag werd gelukkig afgeslagen en de vader van Evert kwam ongeschonden uit de strijd. Maar Nederland moest door het vernietigende bombardement in Rotterdam wel capituleren voor de nazi’s.
Het leven van Evert ging gewoon door: spelen met vriendjes, naar school gaan, kattenkwaad uithalen. Het leven van Evert zal niet heel anders zijn geweest dan dat van een jonge jongen uit Wijnjeterp. Verschil was wel dat in Den Haag de oorlog altijd dichtbij was. Zo herinnert Evert zich nog goed dat een lancering van een V2 faliekant verkeerd afliep. Het gevolg was dat de raket ontplofte in de Indigostraat. Een tiental huizen vloog in brand en elf mensen kwamen om.
Als gevolg van de oorlog werd het eten ook steeds schaarser. Suikerbieten stonden steeds vaker op het menu, en ook gekookt water met tarwe stond steeds vaker op tafel. Als kleine jongen heb je vaak niet in de gaten hoe nijpend de situatie is, maar Evert kon zich nog goed herinneren dat ze elke dag vroeg naar bed moesten omdat de kachel niet aan kon vanwege het brandstoftekort. Ook ziet hij nog de rijen mannen, onder wie ooms van Evert, die voor of tijdens een razzia werden opgeroepen voor de Arbeitseinsatz in Duitsland. En toen kleine Evert difterie kreeg, waren er geen medicijnen beschikbaar behalve een paardenserum, dat hij kreeg ingespoten. Gelukkig met een goed resultaat tot gevolg.
Toch werden de omstandigheden steeds zwaarder voor het gezin Van der Starre. Dat zal de ouders van Evert ertoe hebben gebracht om Evert en zijn broer Willem tijdelijk naar Wijnjeterp te sturen. Dit werd georganiseerd door het Interkerkelijk Bureau van de Hervormde Kerk.
Met een legertruck kwamen ze in de zomer aan. Zijn broer kon (waarschijnlijk) terecht bij Folkert van Wallinga. De bakker gevestigd aan de Compagnonsvaart en zelf mocht hij mee met de familie Rooks. De familie Rooks woonde een kilometer verderop aan de Bûtewei 63, een boerderij die ze hadden gehuurd van de familie Andringa. Geen grote boerderij, maar alles was er: koeien, een paard en varkens. Op de boerderij aangekomen liep hij via de zijkant naar binnen. Daar werd hij verwelkomd door de drie kinderen van de familie Rooks: Jan, Ymkje en Pieter. Pieter was van dezelfde leeftijd als Evert en daarmee beleefde hij de mooiste avonturen. Samen het weiland in om eieren te zoeken, slootjes springen en genieten van al het natuurschoon. De grutto’s en patrijzen, die er toen nog in grote getalen waren, kan hij zich nog steeds herinneren. En af en toe natuurlijk kattenkwaad uithalen, samen met Pieter zo luid mogelijk zingen in de Hervormde Kerk, die zondags twee keer daags verplicht bezocht moest worden.
Ook de hartelijkheid van de familie Rooks heeft indruk gemaakt. Zoals Evert vertelde: “Het waren hele lieve mensen.” En in de beleving van de jonge Evert waren er in het verleden ook Joodse onderduikers geweest die, ondanks een Duitse inval, niet verraden werden. De periode dat Evert op de boerderij logeerde, was een fijne tijd. Nog steeds zijn enkele Friese uitdrukkingen en woorden zoals knibbels en groppe hem bijgebleven. En hij herinnert zich nog dat hij ‘meehielp’ op het land om het hooi binnen te halen en dat ze ’s nachts het bed uit moesten bij onweer.
Na een periode van ongeveer acht weken ging Evert weer terug naar Den Haag. Daar heeft hij de bevrijding meegemaakt. Canadezen trakteerden op sigaretten van het merk Players. Eindelijk waren ze vrij! Het contact met de familie Rooks is altijd gebleven. Ze schreven elkaar brieven en bij belangrijke gebeurtenissen zoals bruiloften of begrafenissen wisten ze elkaar te vinden. Hoewel het relatief een korte periode was dat hij in Wijnjewoude is geweest, was het wel een tijd die een blijvende indruk op Evert heeft gemaakt. Een periode van oorlog, honger en nieuwe indrukken.
Na zijn verhaal blijft het even stil. Indrukwekkend hoe Evert na 81 jaar het verhaal nog zo levendig kan herinneren. En bijzonder hoe een kind zo’n periode van oorlog ervaart. Na afloop doen we nog een rondje Wijnjeterp: de melkfabriek, Compagnonsvaart, de kerk, de boerderij van de Andringa’s en natuurlijk de boerderij van de familie Rooks. Het haalt bij hem weer vele herinneringen naar boven. Een bijzonder inkijkje in de wereldgeschiedenis dankzij het leven van Evert van der Starre, een gewone jongen uit Loosduinen.
